Wederkeer van de naamval
een gids voor het gebruik van naamvallen in het hedendaagse Nederlands

inleiding
Wie ik ben

Waarom ik deze website heb gemaakt

"Waarom zou je naamvallen willen (her)introduceren? Die zijn toch super kut?" aldus een voormalige scholier die twee jaar lang verplicht het vak Duits moest volgen

rectus - obliquus
Om te beginnen kan je naamvallen verdelen in twee categorieën. Namelijk de ongebogen en de gebogen naamvallen, welke respectievelijk corresponderen met de casus rectus en de casus obliquus. Letterlijk vertaald vanuit het Latijn zijn dit de "rechte (naam)vallen" en de "scheve (naam)vallen". De ongebogen naamvallen zijn beperkt tot de nominatief noemer en de vocatief roeper. Deze laten zien wie of wat het werkwoord in de zin bedrijft. Ze heten "ongebogen" omdat ze het minimum zijn van een zin die zowel een werkwoord als een onderwerp bevat. Het verband tussen het werkwoord en het onderwerp is direct:
"Hij maakt", "Wij geven", "Eet zij?".
De handeling (het werkwoord) wordt uitgevoerd door het onderwerp. Het naamwoord is hierbij dus niet gebogen.

Alle andere naamvallen zijn dus van het "gebogen" soort. Deze zijn ingewikkelder van aard. Ze tonen een relatie met het werkwoord (behalve de relatie tussen het werkwoord en het onderwerp natuurlijk) of een voor- of achterzetsel aan. Hieronder vallen in deze gids de datief, de genitief, de accusatief, de instrumentalis, de ablatief en de locatief.

noemer

roeper

datief

genitief

accusatief

instrumentalis

ablatief

locatief